Op 5 november 2025 ondertekenden de Nederlandse bouwmaterialenindustrie en het Rijk het Bouwmaterialenakkoord. In dit akkoord staan afspraken die bijdragen aan een toekomstbestendige, efficiënte en circulaire bouwsector.
Het akkoord is ondertekend door dertien materiaalketens, diverse brancheverenigingen en de ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), Klimaat en Groene Groei (KGG) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Het doel is om de beschikbaarheid van grondstoffen te vergroten, milieuschadekosten te beperken en de afhankelijkheid van niet-Europese landen te verkleinen.
Om de afspraken uit het Bouwmaterialenakkoord concreet te maken, heeft iedere materiaalketen een eigen routekaart opgesteld. In deze routekaarten staan de ambities, acties en meetbare doelen waarmee de verschillende ketens bijdragen aan het realiseren van de gezamenlijke doelstellingen. De routekaarten vormen daarmee het uitvoeringsplan van het akkoord: ze beschrijven hoe de sectoren, van beton en staal tot hout, glas en keramiek, werken aan verduurzaming, hergebruik en circulair ontwerp.
Namens de houtketen ondertekende Paul van den Heuvel het akkoord namens Centrum Hout. Centrum Hout treedt hierbij op als vertegenwoordiger van de brancheverenigingen NBVT (Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie) en VVNH (Koninklijke Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen), en daarmee namens de bedrijven die door beide verenigingen worden vertegenwoordigd.
Daarnaast ondertekende de NBVT het akkoord ook vanuit haar rol binnen de Stichting Circulaire Geveleconomie (CGE), waarin wordt samengewerkt aan een circulaire gevelketen en het hergebruik van gevelproducten en materialen.
De routekaart ‘hout’ beschrijft hoe de houtsector bijdraagt aan de doelstellingen van het Bouwmaterialenakkoord. De sector speelt een belangrijke rol in zowel de biologische als de technische kringloop van de circulaire economie.
In de routekaart zijn de ambities voor 2030 vastgelegd:
Deze doelen dragen bij aan een circulaire houteconomie waarin hout zo lang mogelijk en zo hoogwaardig mogelijk in de keten blijft. Hierdoor blijft bos behouden (oftewel: bos blijft bos) en wordt de in hout opgeslagen CO₂ langdurig vastgelegd.
Met het Bouwmaterialenakkoord zetten overheid en industrie samen een belangrijke stap richting een circulaire bouweconomie. De uitvoering van de afspraken krijgt vorm via de routekaarten van de verschillende materiaalketens, die de basis vormen voor gezamenlijke monitoring en voortgang.

BZK-Ondertekening Bouwmaterialenakkoord. Foto: Sander Foederer.