{{ showmenu }}

Circulair bouwen doe je met de hele keten

Vincent Gruis, Hoogleraar Housing Management aan de TU Delft en tevens voorzitter van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie, zet zich hard in om de bouw te verduurzamen via een circulaire economie. Het uitgangspunt is dat de bouw geen schade meer doet aan het milieu. Circulair bouwen is daarvoor een goed middel. We spraken met hem over de uitdagingen en kansen voor circulair bouwen in het komende decennia.

Wat zijn de 3 grootste uitdagingen op dit moment in de bouwwereld?

‘Op dit moment is er een eindeloze lijst met uitdagingen voor de bouw. Het implementeren, adopteren en opschalen van circulariteit is hier één van. Maar als we daarop inzoomen, is het met name de onzekerheid waar beslissers mee te maken krijgen wanneer ze kiezen om circulariteit op grotere schaal toe te passen.’

Onzekerheid? Kun je dit toelichten?

‘Jazeker! Onzekerheid over kwaliteit bijvoorbeeld. Als je voor nieuwe [biobased, circulaire] materialen voor bestaande toepassingen kiest, zoals bijvoorbeeld isolatiemateriaal, dan is hier nog weinig ervaring mee. Welke kwaliteit biedt dat materiaal dan over een jaar of 10? Dat is nog onzeker. Dat is voor een deel gebrek aan kennis over materialen. Maar ook bijvoorbeeld de economische kant is onzeker. Hoe reageert de markt over 10-20 jaar op het circulaire project als je het wilt doorverkopen? Wat zijn de opbrengsten? Ook dat is onzeker. Ook beschikbaarheid van materialen is onzeker. Heb je op het moment dat jij de betreffende materialen nodig hebt wel een 2e hands partij die voldoende groot en van voldoende kwaliteit is? Voor beslissers die verantwoord met hun middelen willen omgaan, zijn dit wel uitdagingen’.

©DeGrootVroomshoop

“Hout heeft veel voordelen, maar als je het op een verkeerde manier toepast, dan maak je het voordeel niet waar.”

Hoe kunnen we elkaar tóch verder helpen om de bouw te verduurzamen, ondanks al deze onzekerheden?

‘Aan de ene kant gaat het natuurlijk om kennis en informatie vergaren. Je kunt jezelf scholen en kennis vergaren. Dat neemt een deel van de onzekerheid weg. In deze tijd waarin het steeds lastiger is om informatie op betrouwbaarheid in te schatten, is een Nationale Milieu Database een goede uitkomst. De milieuprestaties van een product kunnen beoordeeld worden, maar het duurt lang om een productkaart in de database te krijgen. Dat remt de toepassing. Als Transitieteam willen we dat proces versnellen. En dat is belangrijk; want neem bijvoorbeeld hout. Hout heeft veel voordelen, maar als je het op een verkeerde manier toepast, dan maak je voordelen niet waar. En de opbrengsten op lange termijn kan niemand voorspellen. Doet een houten woning het over een aantal jaar beter dan een bakstenen woning? In principe houden we vast aan de kwaliteitseisen van de bouw; wanneer je bouwt volgens de huidige kwaliteitseisen, zoals veiligheid, gezondheid, milieuvriendelijkheid, dan zou de ene woning evenveel waard moeten zijn als de andere.’

©Rijsen- Reggefiber

“Het zou enorm helpen wanneer de Overheid strengere eisen zou gaan stellen.”

Wat zou nog meer helpen om de bouw te verduurzamen?

‘Het zou enorm helpen wanneer de Overheid strengere eisen zou gaan stellen. In het Transitieteam zijn er veel partijen die verder willen met duurzaamheid, maar de risico’s worden te groot als niet duidelijk wordt dat we met z’n allen die kant op moeten. Wanneer de overheid strengere milieuprestatie eisen zou stellen die over 5 jaar ingaan, kan het peloton zich voorbereiden en de koplopers kunnen dan ook weer verder.’

Ambities van de Rijksoverheid helpen zeker. Maar is dat voldoende?

‘Vanuit het Transitieteam zijn we heel blij met de ambities van de Rijksoverheid op het gebied van de circulaire economie. Maar als je vervolgens kijkt naar de beschikbare middelen hiervoor, dan staat dit niet met elkaar in verhouding. Dus ik wil bij deze ook de oproep naar de overheid doen om ook boter bij de vis te doen. Middelen beschikbaar stellen voor innovatie en opschaling. En gelijktijdig het tijdig aankondigen van aangescherpte milieuprestaties. Want circulair bouwen doe je met de hele keten.’

Is dat zo? Dat de hele keten aan elkaar hangt? Of zijn er één of meerdere partijen die méér regie zouden kunnen nemen?

‘Het is heel verleidelijk om zo te denken. Maar toch zijn we afhankelijk van elkaar. Als je nu een circulaire opdracht zou geven, dan heb je soms geluk als je één leverancier hebt die het kan. Maar de markt gaat niet zomaar leveren, want daar zit een heel R&D traject achter. Dus de vraag en aanbod moeten gezamenlijk groeien. Je kunt langzaam opschalen en innoveren. Het helpt wanneer de overheid een duidelijk signaal af geeft. Anders blijven de investeringen uit en gebeurt het niet.’

Hoe ziet de bouwwereld er over tien jaar uit?

‘Ik verwacht dat we onszelf en de huidige klimaat ambities serieus nemen. Dat betekent dat waar nu nog pilots gedaan worden op het gebied van circulariteit, dat straks standaard is. Een circulair kantoor, nieuwbouw of brug. Over 10 jaar is de voorraad van beschikbare materialen misschien nog niet standaard circulair, maar in de nieuwe uitvragen voor de bouw is circulair bouwen dan wel standaard opgenomen.’

Welke stappen moeten we daar nu voor zetten?

‘We hoeven daar nu niets nieuws voor te ontwikkelen. Circulariteit is niet een doel op zich, maar een middel om de milieuschade zo laag mogelijk houden. Daar kunnen we mee verder gaan. De MPG aanscherpen. Meer koploper projecten uitvoeren, zodat we meer kennis opbouwen. Meer biobased producten in de Nationale Milieu Database. Dat zijn de stappen waar we ons nu mee bezig moeten houden. Want voor iedereen werkt dit systeem al. Tegelijkertijd geldt de onzekerheid nu nog en is het daarom belangrijk om informatie uit te wisselen in de bouw. We weten wát we willen, we kunnen ons nu richten op hoe we dat gaan doen. Zoals bijvoorbeeld de samenwerking in verschillende sectoren opzoeken; we willen met elkaar die kant op, dus laten we elkaar dan ook helpen. We hebben elkaar tenslotte ook nodig om die kant op te bewegen. En dat zie je nu ook ontstaan door bijvoorbeeld het Betonakkoord en Staalakkoord, deze materialen moeten milieuvriendelijker worden. Voor biobased geldt de uitdaging andersom; dat materiaal is milieuvriendelijk, maar moet meer toegepast worden. Daarmee kan elke sector in zijn eigen tempo uitwerken hoe we hiermee verder kunnen.’

Hotel-Jakarta©Picture-by-Lior-Teitler-scaled.jpg

“Binnen circulair bouwen is het cruciaal om meer met hout te doen. Maar eerlijk is eerlijk, het verhaal is breder dan alleen maar hout gebruiken.”

Welke rol speelt hout in de verduurzaming van de bouw?

‘In dit hele verhaal is het cruciaal om meer met hout te doen. Maar eerlijk is eerlijk, het verhaal is breder dan alleen maar hout gebruiken. Het begint met de afweging maken of je überhaupt wel moet gaan bouwen. Als je besloten hebt wél te moeten bouwen, dan is de vraag of je een bestaand gebouw kunt herbouwen met gebruikte materialen? Als dat niet kan, gebruik dan hernieuwbare materialen, zoals hout. En zet het vervolgens dan zo in elkaar, dat het weer hergebruikt kan worden. Vanuit het Transitieteam zijn we niet vóór een specifiek materiaal, er is ook ruimte in de bouw voor producten met alle milieuvriendelijke materialen zoals  milieuvriendelijk beton, of hergebruikt staal dat met schone energie is omgesmolten. Dat neemt niet weg dat hout natuurlijk een ontzettend mooi bouwmateriaal is en dat de architectuur in Nederland verrijkt mag worden met meer houtbouw, zowel zichtbaar als onzichtbaar toegepast.’

Wat is het grootste verschil in het bouwproces tussen circulair bouwen en traditioneel bouwen?

‘Het begint het de overweging of bouwen überhaupt nodig is. Als het nodig is, kun je uit de bestaande gebouwde voorraad iets verbouwen (met gebruikte of hernieuwbare materialen)? Als dat niet gaat en nieuwbouw echt nodig is, kijk dan naar hernieuwbare materialen. En altijd op een manier dat je bouwonderdelen herbruikbaar zijn en niet over 30-50 jaar in de verbranding belanden. Juist als we er met elkaar voor kunnen zorgen dat alles veel langer kan meegaan, daar sparen we het milieu mee. Maar soms moet je ook heel anders durven bouwen. Installatietechniek is heel lastig circulair te maken i.v.m. de technologie en aard van de keten. In deze producten worden veel schaarse metalen gebruikt en het produceren van bijvoorbeeld een warmtepomp brengt veel milieuschade met zich mee. Het passiefhuis concept, gemaakt van biobased materialen, is hier een mooie oplossing. Met een passief huis, kun je het huis comfortabel maken met relatief weinig installatie techniek. Dat soort kansen moeten we meer benutten.’

Hoe conservatief is de Nederlandse bouwsector? En in hoeverre is er een nieuwe generatie bezig met een nieuwe kijk op hoe we bouwen?

‘Het is niet zozeer conservatisme wat ons parten speelt hier. Het ombuigen naar een andere manier van bouwen gaat langzaam en begint als een stroompje ernaast, het kan wel 20 jaar duren voor een grote organisatie. Op dit moment is het beeld diffuus. Aan de ene kant is er ontzettend veel belangstelling voor het industrieel bouwen met hout en andere biobased materialen, zowel bij Rijksoverheid als bij grote opdrachtgevers in de woningbouw. Het Lenteakkoord 2.0 is hier een voorbeeld van; de circulaire oplossing wordt daar vooral gezocht in biobased materialen zoals hout. En tegelijkertijd zijn we allemaal ongeduldig en ietwat teleurgesteld dat we de grote belangstelling voor hout nog niet vertaald zien in de productiecijfers. We weten ook dat de cijfers achter lopen; want het begint met de interesse en belangstelling en voordat de eerste palen echt de grond in gaan, zijn we zo 2 jaar verder. Dus we moeten geduld tonen om te zien of er ook daadwerkelijk wat aan het veranderen is in de bouw of dat we alleen praten over verandering. Zonder die cijfers is dat heel moeilijk in te schatten.’

Als er een houtbouwproject is dat je zou mogen uitlichten, welke is dat dan? En waarom?

‘Als ik door Den Haag richting Meijendel fiets, dan kom ik altijd langs een paar houtbouw woningen, die zien er inspirerend uit. Meer van dat soort woningen zou echt een aanvulling zijn in het Nederlandse landschap wat mij betreft! Maar elk project waarbij architecten, ontwikkelaars en demontagebedrijven elkaar vinden vind ik inspirerend. Wanneer een demontagebedrijf een architect erbij haalt om te vragen of er nog wat met de materialen gedaan kan worden. Dat spreekt mij aan, dan wordt de cirkel gesloten.’

Waar zie jij nog mooie kansen voor bouwen met hout?

‘Wat ik zelf merk is dat het milieubewustzijn is gegroeid. Dat zie je bij koplopers. Voor milieuschade schamen we ons steeds meer.  De vraag naar anders bouwen neemt toe, zowel bij opdrachtgevers, gebiedsontwikkelaars, en andere partijen. Niet alleen voor energetische verduurzaming, maar ook als het gaat om materialen. Steeds meer partijen willen bijdragen aan een duurzame bouw. Het zou mooi zijn als bouwen met hout en het hergebruiken van hout in de bouw daardoor meer mainstream wordt. Bouwen met hout zou goed gebruik kunnen maken van de bestaande woningvoorraad. Het ouderwets optoppen op een moderne manier. Bijvoorbeeld door op flats woonlagen toe te voegen met houtbouw. Vanwege de lichte bouwmethode en de milieuvriendelijkheid zijn dit serieuze opties waar woningbouwverenigingen over na zouden moeten denken in de praktijk. Op die manier kan de woningvoorraad ook vergroot worden. Hoewel bestaande bewoners zo’n extra woonlaag natuurlijk ook moeten zien zitten. Maar technisch is het een haalbare optie in veel gevallen.’

“Soms moet je anders durven bouwen.”

Waar kan iemand die niet eerder met circulair bouwen is bezig geweest het beste beginnen? En wat is hiervoor nodig?

‘Zoek iemand die het al eerder gedaan heeft. Ga kennis en informatie verzamelen. En begin simpel. In het huidige systeem kan veel. Voor woningcorporaties die beginnend zijn; gewoon beginnen. Denk bijvoorbeeld aan dakpannen; normaal worden ze aan een sloper aangeboden, maar kun je ze hergebruiken als je meer gaat isoleren? En denk aan het borgen van de nieuwe werk/denk/bouwwijze in je organisatie. Maak het niet een hobby van één of twee projectleiders. Laat andere mensen meekijken, zodat het verinnerlijkt kan worden. Neem één of twee extra standaardzinnen op in je projecteisen, zodat dit meer gewoonte wordt. En bedenk ook dat we elkaar in de keten nodig hebben, dus zoek ketenpartners die hier ook mee bezig zijn.’

 

Distelweg, Amsterdam ©-Kees-Hummel, DeGrootVroomshoop, Finch

© | ©

Benieuwd naar de nieuwe kijk op bouwen van andere toonaangevende architecten en bouwers?

Nieuwe kijk op bouwen